Man van licht


Onverklaarbare intense vreugde zou dagenlang bij me blijven na die late treinreis vanuit Amsterdam.

De coupédeur in de verte werd moeizaam geopend door een beschonken stinkende zwerver.
Op het moment dat mijn blik de zijne kruiste wist ik dat hij bij mij zou komen zitten ook al waren er nog vele plaatsen vrij in dat hele lange gangpad voordat hij eindelijk bij mij was aangeland en vroeg: ‘Hier mag ik zeker wel komen zitten?’

Ik wist het omdat het mijn impulsieve wens was toen ik hem zag. Mijn god, als hij maar niet bij me komt zitten.
De theorie over de effecten van mensenwensen zat in mijn tas en werd dan ook meteen fijntjes zichtbaar gemaakt.

Ik was de enige vrouw in de coupé en wilde net een heerlijk notenbolletje gaan eten na een inspirerende lesavond. Dat er nog een praktijkgedeelte meteen achteraan kwam was een verrassing.

En hij was boos, vloekte en sloeg hardhandig met zijn vieze vuile handen en lange smerige nagels op een fles omdat hij deze niet open kreeg.
Hij leunde voorover, zijn knieën bijna tegen de mijne.
Uit zelfbehoud leek het me zinvol om een gesprekje aan te knopen en te zeggen dat ik ook geen kurkentrekker bij me had maar dat hij (u) er vast wel een zou kunnen vinden op het volgende station, want deze trein zou helemaal naar Maastricht gaan en niet zo vaak stoppen.

‘Oh maar dat komt goed uit, ik kom uit Maastricht’ sprak hij in het Limburgs en keek me ineens met onverwachte pretoogjes aan.
En zo ontspon zich een gesprek tussen ons wat een echt onderonsje werd.

Mijn eerste schrikreactie had gelukkig snel plaatsgemaakt voor een echte ontmoeting met deze man en durfde ik hem vragen te stellen over zijn leven.
Je gelooft me toch niet, was zijn antwoord toen ik naar zijn beroep vroeg. Zijn ogen werden vochtig toen hij het vertelde en ik eruit flapte: ‘Waarom zou ik u niet geloven, eens een advocaat altijd advocaat, toch?’.

Met enige regelmaat doezelde hij even weg en opende dan ineens zijn prachtige grote blauwe lichtogen en riep dan heel hard door de coupé; ‘Ik denk dat jij me begrijpt’.

Zijn vette knipoog zal ik niet snel vergeten nadat de treinconducteur hem vernederend had toegesproken. En toen zijn identiteitsbewijs uitvoerig werd bestudeerd fluisterde hij, zijn gezicht dicht bij het mijne, op een bijna samenzweerderige toon: ‘Ik heb thuis altijd geleerd dat je tegen vreemde mensen niet mag jij-en en jouw-en’.

Vlak voordat hij uitstapte vroeg hij of ik een paar gulden voor hem had.
Dat heb ik geweigerd net zoals hij mijn notenbolletje niet aannam.

Bij het afscheid in Utrecht bleef hij drentelen, maakte tenslotte een buiging en wenste mij het beste: ‘dag mevrouw’.

Op het perron bukte hij, zich stevig vasthoudend aan de trapleuning, en zocht me.
Hij bleef zwaaien totdat de trein verder reed en alle mannen zuchtend de raampjes begonnen open te draaien.

Zijn geur zou ik de dag erna herkennen in mijn tuin op een plek waar nooit zonlicht kwam.

Hij was voor mij een man van licht, zo’n bode der goden, tussen al die keurige mannen die alles op orde leken te hebben en ineens erg druk in de weer waren met hun laptopje of spontaan in slaap vielen toen hij met zijn grijze lange lokken en wonderschone ogen tegenover mij kwam zitten.

Nu is het Kerstmis 2013. Een feest van licht en twintig jaar later.
Vanochtend kwam deze herinnering weer in mijn bewust zijn n.a.v het blog: raam open (met dank!)

Nu vraag ik mij: Ben ik een spat anders dan die mannen in de trein?
Heb ik de boodschap in praktijk gebracht die deze bode me toen kwam brengen?

Ik buig mijn hoofd, sluit mijn ogen en wens …….

…ook jullie veel liefde, licht, vrede en een veilig dak boven je hoofd!

©svara
25-12-2013
.
.

17 thoughts on “Man van licht

  1. Als je, wij, nooit een eenzame kerst hebben meegemaakt is het inleven een grote opgaven; hen die niemand hebben om een gezellig kerst te vieren. (Misschien zijn er zwervende mensen die NOOIT aan kerst doen.) Het is jouw projektie of je je overgeeft aan dit projekt. Veel mensen hebben die plannen niet, beramen geen opzetje en trekken zich terug…(…)

    Mijn zoon brengt het eten dat hij overhoudt naar zwervers in de buurt.(Barcelona) Hij is er dagelijks mee bezig en dat had ie als kind al. Het zit in zijn genen mensen te helpen. Het is voor hem geen luxe dit alles te overdenken tijdens de kerst.

    Hij is nu in Maastricht. Gister liepen we door de stad en plotseling stopte hij Euro 5 in de hand van een rollatorzwever.

    Maar…, om het over mijn zwerversbestaan te hebben, de ogenblikken dat ik achter de vensters families vrolijk kerst zag vieren, lijkt mij hier niet de plek, enkel geef ik een hint. Een designatie die hier tussen de regels te lezen is.

    Ik heb nog steeds het gevoel dat wij instaat zijn onszelf te belazeren met welk goede bedoelingen dan ook. En ik geloof dat dat ook een beetje de strekking is/was van je blog.

    Groet,
    Robert Kruzdlo

    Like

  2. Svara,
    Ego heb ik niet, wel heb ik -de taal dwingt mij om het woordje IK te gebruiken- een zelfgevoel. Misschien helpt het om van je ego af te komen. Kijk eens in De van Dale -woordje ik- die komt er ook niet uit.Niemand weet wat het is en we gebruiken het gewoon…

    gr

    Like

  3. Ik denk dat dit heel herkenbaar is voor veel mensen Svara.

    Voor mij wat minder. Misschien omdat ik niet snel door zwervers en/of dronkenschap (en het meestal daarbij horende lage niveau van agressie) wordt geïntimideerd. Juist dergelijke situaties als bij jou in die trein vind ik uiterst interessant. Wellicht komt dat gebrek aan gevoel van dreiging voort uit het feit dat ik man ben, maar mijn vrouw heeft er eigenlijk ook nooit ‘last’ van. Soms vind ik dat echter wel verwonderlijk. Als ik haar daar wat over vraag zegt ze meestal met een lieve glimlach dat ze mij heeft om haar te beschermen. Dat ik een ‘joke’, ze heeft mij, volgens mij daar helemaal niet voor nodig.

    Armoede is echter wel iets dat mij altijd sterk heeft geraakt en met het ouder worden ook steeds sterker lijkt te emotioneren. Vele decennia geleden had ik al besloten om indien het niet tot problemen leidt wel – eigenlijk altijd – geld ((liever eten) te geven aan arme mensen. Zwervers of niet. Ik voel dat het niet aan mij is om te bepalen hoe een arm of stuurloos persoon omgaat met een gift die ik geef. Anders is het in mijn ogen immers geen gift meer, maar vooral bevoogdend gedrag. Een aantal arme mensen en zwervers bij mij in de buurt hebben dan ook mijn adres : -). Ze staan regelmatig voor de deur met altijd weer een schitterend verhaal. Mijn ervaring is overigens dat met elke gift gesjoemeld kan worden. En dat dit sjoemelen behoort tot een van de overlevingsstrategieën van arme mensen. Ik geef ze graag die ruimte.

    Maar goed, over het al dan niet geen geld geven aan bedelaars en zwervers kan natuurlijk en hele boom worden opgezet en daar is je blog natuurlijk niet de juist plek voor.

    Like

    • @Dag Jack en Robert

      Hartelijk dank voor jullie reacties!

      Er is natuurlijk weer over en weer te reageren n.a.v. wat jullie schrijven.
      Het zijn boeiende thema’s waar je op een avond live nog niet eens over uitgebabbeld raakt laat staan op zo’n blog.
      Zoals nu bijv. over giften en of over de woorden/begrippen: ik-zelf-ego.

      Mijn blog vind ik daar inderdaad geen geschikte plek voor.
      Het vraagt om zoveel nuancering en het gevaar bestaat dat het al snel een welles nietes discussie wordt en raak je ver weg van een echt gesprek/uitwisseling.
      Iedereen leest en interpreteert zo vanuit zijn eigen achtergrond, ervaring en visie.

      Maar de reacties of ‘likes’ waardeer ik zeer evenals de vele bezoekjes van volgers en andere mensen die hier terechtkomen.

      Met groet.

      Like

Plaats een reactie