.
steile wanden
hoog de bomen
alle kruinen naar het licht
dat door haar grootheid
in elke schaduw
bescheidenheid toont
de reikwijdte
van schaduwkanten
is niet te overzien
in tijd
.
.
.
.
.
.
in doezeldromen
word ik neergevlijd
verleid door geuren
van lavendel en tijm
waar krekels vrij zijn
om te gonzen
rondom mijn oren
in het ritme mee
met warm licht, het goud
dat die zijdezachte huid
amandelwit
laat tintelen, gloeien
glinsteren en dampen
in dansende nachten
onder een fonkeldak
alleen met mooie beren
waar zilverwit zand
door de vingers glipt
op deze ochtend nog
zonder ‘pain complet’
en abrikoos
reis ik het gedoezel na
.
.
©svara
04-07-2012
.
.