.
Deze cyclus van vijf gedichten schreef ik in 2019 ter gelegenheid van een fotoproject Het lijden en de kleine Justine van Marion Vos, fotografe en kunstenares uit Oss.
Zesentwintig zelfportretten als verwerking van haar transitie op zesentwintig-jarige leeftijd.
Twee weken geleden overleed ze plotseling op 63-jarige leeftijd.
De foto’s, haar levensverhaal en het balanceren tijdens het schrijven, hebben een onuitwisbare indruk bij me achtergelaten. Het was voor haar vooral belangrijk dat wij (een aantal dichters van Poëzie Podium Oss) ons vrij voelden bij het dichten.
Het gedicht Tweezaamheid is in 2020 opgenomen in de bloemlezing: De grootste intimiteit is het zwijgen. Een initiatief van uitgeverij Gopher.
Deze week heb ik op het cultuurpodium De Groene Engel in Oss, de eerste drie gedichten voorgedragen ter nagedachtenis aan Marion.
Dankjewel Marion voor deze ervaring en voor je vertrouwen.
Tweezaamheid
Obsessies worden ingesnoerd
het absurde beschouwd
van zelfspot tot het ondenkbare.
Als man bouw ik een warrig nest
met de kracht van een opgeheven fallus.
Hij daalt weer neer voor de vrouw in mij
die haar plek opeist.
Op mijn pijnbank wordt geschiedenis
ingewikkeld, achter tralies doorontwikkeld
ik ontaard om pijn niet te verbinden.
Tegendelen schuren, scheuren me uiteen.
Niet te dragen deugdzaamheid
zinkt me dieper in het moeras waar
de moed van Justine wordt gevonden.
Lieve kleine Justine,
mijn poppedein
eindelijk heb ik jou, mijn gedroomd
spiegelbeeld van weleer, gevonden.
Kom, dan vertel ik je
over mijn huis dat mijn thuis niet was
hoe ik verlangde naar een poppenhuis
naar jurkjes met ruches van kant, strikjes
lakschoentjes en een hele wijde petticoat
ik wilde niet als jongen gevangen
maar met rode lippen
wiebelig op hakken van moeder, de vrouw
naar buiten met de mooiste poppenwagen
meneer, mevrouw kijk nou eens naar mijn
evenbeeld, ik werd gisteren al drie jaar
en dit is wat mijn hartje begeert.
Nu zie ik in jou mijzelf weer terug
zo moedig als ik was, hervond ik
dacht jaren dat ik was verlaten
door mijn lieve kleine mij.
Dokter,
bevrijd me uit deze strop.
Nooit meer zal ik een kostuum dragen
want mijn ik laat zich niet vervreemden
ik weet dat u dat weet.
Help mee het kind in mij te bevrijden
schenk me hormonen, neem uw scalpel
want u weet, dat ook ik weet
dat de ziel zich niet laat ontvreemden.
Denkbeelden
Misschien zijn er muisjes
nu ik herboren ben
en pijnlijk ontbaard
of een mooie roze strik van satijn
die in het land van ooit
had moeten schitteren met mij
en komen er ook kaarten
met liefdevolle wensen of
misschien wel een genadeloze punt.
Omdenken
Alleen mijn buitenkant
kennen ze nog als ik ze meeneem
naar het lijden en de kleine lieve Justine
mijn verleden, naar hem
en naar haar, de gedroomde vlechten
het fijne blonde haar.
Ze verstillen
naar kortsluiting in hun hoofd
waarna ze op kousenvoeten
balanceren op draden tussen
beeld, gedachten en begrip
zeggen ze.
Nell ‘Svara’
2019
.
.
.
.
.
.
.